Waarschuwing | |
---|---|
Indien u nog andere besturingssystemen op uw systeem heeft die u wenst te behouden (een dual-boot opstelling), dan moet u ervoor zorgen dat ze behoorlijk afgesloten werden vooraleer u het installatiesysteem start. Een besturingssysteem installeren terwijl een ander besturingssysteem in slaapstand is (de inhoud van het werkgeheugen op schijf geplaatst werd), kan gegevensverlies tot gevolg hebben of een beschadiging van de toestand van het slapende besturingssysteem, hetgeen problemen zou kunnen geven als het terug opgestart wordt. |
Opmerking | |
---|---|
Voor informatie over hoe u het grafische installatiesysteem moet starten, raadpleegt u Paragraaf 5.1.6, “Het grafische installatiesysteem”. |
Indien uw computer vanaf USB kan opstarten, is dit wellicht de gemakkelijkste weg om een installatie uit te voeren. Als we ervan uitgaan dat u alle voorbereidingen getroffen heeft uit Paragraaf 3.6.2, “Het opstartapparaat kiezen” en Paragraaf 4.3, “Bestanden klaar maken om van een USB-geheugenstick op te starten”, moet u gewoon de USB-stick in een vrije USB-connector plaatsen en de computer herstarten. Het systeem zou moeten opstarten en u zou het grafische opstartmenu te zien moeten krijgen (op hardware dat dit ondersteunt), tenzij u gekozen heeft voor de flexibele manier om de stick samen te stellen en u daarbij niet voor het grafische installatiesysteem koos. In het menu kunt u verschillende installatieopties selecteren of gewoon op Enter drukken.
Indien u over een set optische schijven beschikt en uw machine het rechtstreeks daarvan opstarten ondersteunt, zit u goed! U moet gewoon uw systeem configureren om vanaf een optische schijjf op te starten zoals beschreven in Paragraaf 3.6.2, “Het opstartapparaat kiezen”, de schijf in het station plaatsen, herstarten en doorgaan naar het volgende hoofdstuk.
Merk op dat sommige stations voor optische schijven bijzondere stuurprogramma's nodig hebben en daardoor niet toegankelijk zijn tijdens de eerste fases van de installatie. Als voor uw hardware de standaardmethode om vanaf een optische schijf op te starten niet blijkt te werken, moet u in dit hoofdstuk nog eens het onderdeel herlezen over alternatieve kernels en installatiemethodes. Daarin vindt u misschien iets dat voor u kan werken.
Zelfs indien u niet kunt opstarten vanaf en optische schijf, kunt u wellicht de componenten van het Debian systeem en de gewenste pakketten installeren vanaf een dergelijke schijf. Start gewoon op met behulp van een ander medium en verwijs het installatiesysteem door naar het station voor optische schijven wanneer het moment aangebroken is om het besturingssysteem, het basissysteem en eventuele andere pakketten te installeren.
Indien u problemen ondervindt bij het opstarten, raadpleeg dan Paragraaf 5.4, “Probleemanalyse bij het installatieproces”.
Om het installatiesysteem vanaf een harde schijf op te starten, moet u eerst de benodigde bestanden downloaden en op hun plaats zetten, zoals beschreven wordt in Paragraaf 4.4, “Bestanden voorbereiden om vanaf een harde schijf op te starten”.
Voor GRUB2 moet u twee essentiële zaken configureren in /boot/grub/grub.cfg
:
om bij het opstarten het initrd.gz
-installatiesysteem te laden;
om de vmlinuz
-kernel een RAM-schijf te laten gebruiken als zijn basispartitie.
Een voorbeelditem voor het installatiesysteem is:
menuentry 'Nieuwe Installatie' { insmod part_msdos insmod ext2 set root='(hd0,msdos1)' linux /boot/newinstall/vmlinuz initrd /boot/newinstall/initrd.gz }
Om over het netwerk te kunnen opstarten moet u een netwerkverbinding hebben en een TFTP netwerk-opstartserver (en wellicht ook een DHCP-, RARP-, of BOOTP-server voor het automatisch configureren van de netwerkinstellingen).
De instellingen aan de kant van de server voor het ondersteunen van opstarten over het netwerk, worden beschreven in Paragraaf 4.5, “Bestanden klaarmaken om over het netwerk op te starten met TFTP”.
Er bestaan verschillende methodes om op i386 op te starten met TFTP.
Het is mogelijk dat uw netwerkkaart of uw moederbord beschikken over de functie opstarten via PXE. Dit is een herimplementatie door Intel™ van opstarten via TFTP. Indien dat het geval is, zou u het BIOS/UEFI moeten kunnen instellen om over het netwerk op te starten.
Het kan zijn dat uw netwerkkaart een functie 'opstarten met TFTP' heeft.
Laat ons weten (<debian-boot@lists.debian.org>
) hoe u het deed. Gelieve te verwijzen naar dit document.
Het etherboot-project stelt opstartdiskettes en zelfs bootROM's ter beschikking die een opstart via TFTP uitvoeren.
Wanneer het installatiesysteem opstart, zou u een vriendelijk grafisch scherm te zien moeten krijgen met het logo van Debian en een menu:
Debian GNU/Linux installer boot menu Graphical install Install Advanced options > Accessible dark contrast installer menu > Help Install with speech synthesis
Opmerking | |
---|---|
Dit grafisch scherm zal er lichtjes anders uitzien naargelang de manier waarop uw computer opstartte (BIOS of UEFI), maar dezelfde opties worden geboden. |
Afhankelijk van de gebruikte installatiemethode is het mogelijk dat de optie “Graphical install” niet beschikbaar is. Bi-architectuur-images bieden daarenboven bij elke installatieoptie daar net onder een 64-bits variant, wat dus het aantal opties bijna verdubbelt.
Kies voor een gewone installatie ofwel het item “Graphical install” of “Install” — u kunt daarvoor de pijltjestoetsen gebruiken of op uw toetsenbord de eerste (gemarkeerde) letter typen — en druk Enter om het installatiesysteem te starten. De methode “Graphical install” is standaard reeds geselecteerd.
Het item “Advanced options” geeft toegang tot een tweede menu dat u de kans biedt om het installatiesysteem op te starten in expertmodus, in reparatiemodus of om automatische installaties uit te voeren.
Indien u opstartparameters wenst of moet meegeven aan het installatiesysteem of aan de kernel, gebruikt u Tab (BIOS-opstart), of e en dan driemaal down arrow en dan end om de “linux”-regel van de opstartinvoer te bewerken. (UEFI-opstart). Dit geeft u het opstartcommando voor het gekozen menu-item en biedt u de mogelijkheid om het volgens uw behoeften te bewerken. Merk op dat de toetsenbordindeling op dat ogenblik nog steeds QWERTY is. De hulpschermen (zie hieronder) vermelden enkele gebruikelijke opties. Druk op Enter (BIOS-opstart) of F10 (UEFI-opstart) om het installatiesysteem met uw opties op te starten. Op Esc drukken brengt u terug naar het opstartmenu en annuleert eventueel gemaakte wijzigingen.
Als u het item “Help” selecteert, krijgt u een eerste hulpscherm te zien dat een overzicht geeft van alle mogelijke hulpschermen. Om terug te keren naar het opstartmenu nadat u de hulpschermen geraadpleegd heeft, moet u aan de opstartprompt “menu” typen en op Enter drukken. Bij elk hulpscherm krijgt u een opstartprompt waar u het opstartcommando kunt typen:
Press F1 for the help index, or ENTER to boot:
Aan deze opstartprompt kunt u ofwel gewoon op Enter drukken om het installatiesysteem op te starten met de standaardopties of een specifiek opstartcommando ingeven en eventuele opstartparameters. In de verschillende hulpschermen vindt u een aantal opstartparameters die handig kunnen zijn. Indien u aan de opstartcommandoregel eventuele opstartparameters opgeeft, moet u eerst de opstartmethode opgeven (standaard is dat install
(installatie)) en een spatie voorafgaand aan de eerste parameter (bijv. install fb=false
).
Opmerking | |
---|---|
Standaard wordt er op dit punt vanuit gegaan dat het toetsenbord een indeling Amerikaans Engels heeft. Dit betekent dat wanneer u parameters intypt, er op het scherm andere tekens kunnen te zien zijn dan u zou verwachten. Dit zal het geval zijn als u een toetsenbord met een andere (taalspecifieke) indeling gebruikt. Op Wikipedia is een schema met de indeling van een US-toetsenbord te vinden dat u als referentie kunt gebruiken om de correcte toetsen te vinden. |
Opmerking | |
---|---|
Indien u een systeem gebruikt waarvan het BIOS ingesteld werd om een seriële console te gebruiken, kan het zijn dat u bij het opstarten van het installatiesysteem het initiële grafische welkomstscherm niet kunt zien en misschien zelfs niet het opstartmenu. Hetzelfde kan gebeuren als u het systeem installeert via een apparaat voor besturing vanop afstand dat voorziet in een tekstinterface met de VGA-console. Voorbeelden van dergelijke apparaten zijn de tekstconsole van Compaq's “integrated Lights Out” (iLO) en HP's “Integrated Remote Assistant” (IRA). Om voorbij het grafische opstartscherm te geraken, kunt u ofwel blind op Esc drukken om een tekstuele opstartprompt te krijgen, ofwel (eveneens blind) op “H” drukken, gevolgd door Enter, waardoor u de optie “Help” selecteert, zoals hiervoor beschreven werd. Nadien zouden uw toetsaanslagen aan de prompt weergegeven moeten worden. Om te verhinderen dat het installatiesysteem tijdens het verdere verloop van de installatie de framebuffer blijft gebruiken, zult u |
De grafische versie van het installatiesysteem is enkel voor een beperkt aantal architecturen beschikbaar, waaronder 64-bit PC. De functionaliteit van het grafische installatiesysteem is essentieel dezelfde als die van het tekstgeoriënteerde installatiesysteem, aangezien het in principe dezelfde programma's gebruikt met enkel een andere frontend.
Hoewel de functionaliteit identiek is, biedt het grafische installatiesysteem toch enkele significante voordelen. Het grootste voordeel is dat het meer talen ondersteunt, met name die welke een tekenset gebruiken die niet weergegeven kan worden in de tekstgeoriënteerde frontend “newt”. Het biedt ook enkele voordelen op het vlak van gebruik, zoals de mogelijkheid om een muis te gebruiken. En in sommige gevallen kunnen verschillende vragen op een scherm weergegeven worden.
Het grafische installatiesysteem bevindt zich op alle CD/DVD-images en maakt ook deel uit van de installatiemethode hd-media. Om het grafische installatiesysteem op te starten moet u gewoon de desbetreffende optie uit het opstartmenu selecteren. De expertmodus en de reparatiemodus van het grafische installatiesysteem zijn te vinden in het menu met “Advanced options” (Geavanceerde mogelijkheden). De vroeger gebruikte opstartmethodes installgui
, expertgui
en rescuegui
kunnen nog steeds gebruikt worden aan de opstartprompt die u krijgt na het selecteren van de optie “Help” in het opstartmenu.
Juist zoals dit het geval is voor het tekstgeoriënteerde installatiesysteem, is het ook bij het starten van het grafische installatiesysteem mogelijk om opstartparameters op te geven.
Opmerking | |
---|---|
Het grafische installatiesysteem heeft significant meer geheugen nodig om te kunnen functioneren dan het tekstgeoriënteerde installatiesysteem: 810MB. Indien onvoldoende geheugen beschikbaar is, zal het automatisch terugvallen op de tekstgeoriënteerde frontend “newt”. Indien op uw systeem de hoeveelheid geheugen kleiner is dan 780MB, kan het opstarten van het grafische installatiesysteem volledig mislukken, terwijl het opstarten van het tekstgeoriënteerde installatiesysteem nog altijd zou werken. Op systemen met weinig geheugen wordt het gebruik van het tekstgeoriënteerde installatiesysteem aanbevolen. |